Heb jij je ooit afgevraagd waarom Friesland twee keer zoveel toeristen trekt als Groningen?
De eerste gedachte is waarschijnlijk watersport. Als je in de zomer op het Sneekermeer bent, zie je overal boten. Niet alleen daar, maar in de hele provincie bruist het van de watersporters. Elk dorp en elke stad profiteert mee: terrassen en restaurants zitten vol, en de lokale middenstand floreert.
Maar waarom lukt dit Groningen niet? Hoeveel meren heeft Groningen eigenlijk? Als je de cijfers bekijkt, zie je dat Groningen – naast Friesland – de meeste watersportpotentie van Nederland heeft. Toch doen we er veel te weinig mee.
Wat gaat er mis?
Het probleem ligt grotendeels bij de infrastructuur. De verbindingen tussen de meren zijn omslachtig: varen duurt te lang, en er zijn te veel lage bruggen en sluizen. De bediening daarvan laat te wensen over. Het zelfbedieningsconcept is in theorie goed, maar in de praktijk betekent het dat een schipper steeds van boord moet om een brug of sluis te openen. Dit zijn kleine frustraties die ervoor zorgen dat watersporters Groningen links laten liggen.
Een goed voorbeeld is het verschil tussen Friesland en Groningen. In Friesland kun je in minder dan een uur van het Sneekermeer naar de Fluessen varen. In Groningen duurt het – als je geluk hebt met de bedieningstijden – een halve dag om van het Zuidlaardermeer naar het Paterswoldsemeer te komen. Dat moet anders.
Groningen als tweede watersportprovincie van Nederland
De ambitie moet zijn dat Groningen, samen met Friesland, dé watersportregio van Nederland wordt. Wat is daarvoor nodig?
1. Betere verbindingen tussen de meren – Minder sluizen en obstakels, of snellere bedieningstijden.
2. Moderne brug- en sluisbediening – Meer zelfbediening op afstand of automatische bediening.
3. Sterkere marketing en branding – Friesland promoot zichzelf als watersportprovincie, Groningen zou hetzelfde moeten doen.
4. Investeren in watersportvoorzieningen – Meer havens, ligplaatsen en watersportcentra.
5. Evenementen organiseren – Friesland heeft Sneekweek en Skûtsjesilen; Groningen kan ook grootschalige watersportevenementen opzetten.
6. Samenwerking met ondernemers – Horeca, recreatie en watersportverhuur kunnen beter inspelen op toerisme.
Groningen heeft de mogelijkheden, maar benut ze nog niet. Hoog tijd om daar verandering in te brengen.
Ik heb me pas recent aangemeld als volger van Nij Begun.
Ik kan theoretisch de economische agenda wel volgen. Zelf werk ik in de gezondheidszorg, en kijk meer met sociale bril dan met economische bril.
Wat me opvalt gaat eerst over de vorm. Het is een lijvig document geworden, met veel bestuurstaal. Voor ‘Wilma uit Stadskanaal’ niet te begrijpen wat dit concreet zou kunnen betekenen. En misschien wordt er gedoeld op meer academische lezers, maar dan mis je een stuk van je doelgroep.
Hieraan verbonden is mijn volgende punt; Nij Begun is wel op Instagram aanwezig (bijvoorbeeld) maar er zijn geen berichten gepost. Als dat voor andere sociale kanalen ook geldt, dan mis je een andere doelgroep, namelijk de jeugd. Zeker in een tijd waarin leesvaardigheden achteruit gaan (trouwens nog mooi punt voor de sociale agenda!), moet je meer kennis overdragen in beelden. Doelgroep daarmee betrekken.
Mijn advies zou zijn om actief bij mbo/hbo/wo feedback op te halen en jeugd te betrekken. Mocht dit ergens al in de agenda staan maar ik niet tot zo ver gevorderd zijn met lezen-> goed idee!
Verder kan ik me wel vinden in de suggesties die hieronder al geplaatst zijn.
Ik zit met verbazing te lezen naar hoe jullie het geld voor gezondheid willen gaan inzetten. Het lijkt vooral te gaan naar kennisinstellingen/data verzameling/bedrijven die zich bezig houden met digitalisering/internationale positionering. Vervolgens hopen jullie dat we daarmee de gezondheid in de regio stimuleren. Hoe dan? Er zouden dan spin-offs ontstaan die gaan over preventie en leefstijl. Deze aanpak betekent top down, vanuit wetenschap en managers proberen gezondheid te creëren. Iets waarvan we inmiddels weten dat het niet werkt. Wat er nodig is, is lokale initiatieven stimuleren, waarvan practice-based is aangetoond dat ze werken, die bottum-up zijn ontstaan, aansluiten bij wat er in de samenleving leeft aan buurtinitiatieven en dat opschalen. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit het eerste werkende initiatief vanuit het integrale zorg akkoord, Mooi Maasvallei, en de doelstellingen van het Ministerie van VWS (regionale parels zoeken, die zorg en welzijn stimuleren, bijv Grollo, Wedde, voedselbos Weeldenis).
Er moet meer rechtstreeks geïnvesteerd worden in gezondheid, preventie en leefstijl, in het dagelijks leven van de mensen. En dat je dat vervolgens monitort en wetenschappelijk onderzoekt prima, maar dat is de volgorde en niet andersom. Het is tijd voor actie, er is nu een gezondheidscrisis (die overigens samenhangt met de klimaat en landbouwcrisis waarbij ik domeinoverstijgende investeringen/samenwerkingen mis in dit plan van Nij Begun).
Prima idee van Roy, daarnaast stimuleren de waterverbindingen de verbindingswegen voor de natuur, vissen,otter, bever. Naast de vaar wegen kunnen dan ook fiets en wandel verbindingen worden gemaakt. Het geheel zal de toeristische industrie een boost geven want als provincie zijn we dan complementair aan onze buren Friesland (varen) en Drenthe (fietsen en wandelen) terwijl we ook een uniek landschap kunnen bieden. Kortom faciliteren van fietsen, wandelen en varen drievliegen in één klap, maar dit lukt alleen door de genoemde belemmeringen op te heffen. De ondernemers ruiken hun economische / mogelijkheden en de rest komt van zelf zoals terrasjes, wandel en fietstochten. Borgen, musea en leuke dorpen hebben we al maar mooie toeristische verbindingen nog niet, en iedereen heeft een aantrekkingskracht op water. En wie weet ooit ook nog mooie schaatstochten .
Jammer dat er geen eregeld beschikbaar komt voor infrastructuur, zoals verbreding N366 en Nedersaksenlijn. Verder is de ereschuld voor mensen buiten het aardbevingsgebied nog niet afgelost. Fijn zou zijn als er in de Oost-Groningen een HBO of WO zou worden gevestigd, bijvoorbeeld richting Techniek of Toerisme. Hopelijk houden de millieuregeltjes de plannen nu niet meer tegen.
Niet alles hier proberen te ontwikkelen in isolatie. Juiste nieuwe inzichten, mensen, bedrijven, van buiten omarmen. Ontwikkel open ecosystemen (niet alleen op papier, maar ook in de praktijk).
Ik mis een belangrijke rol van de landelijke overheid in deze agenda. Ik zie graag langdurige samenwerking met ministeries om de regio op het netvlies te houden en (een deel van) de kansen die landelijk opduikt in Groningen/Drenthe te laten floreren.
Als ik nadenk over de uitvoering van de Economische Agenda van Groningen, zou ik prioriteit geven aan het uitbreiden van fietspaden, wandelroutes en eco-recreatie. Dit versterkt niet alleen de duurzame infrastructuur, maar positioneert Groningen ook als vooruitstrevende, groene regio.
Ik vind het belangrijk dat we investeren in een samenhangend netwerk van fietspaden dat woon-werkverkeer faciliteert én recreatieve routes verbindt. Door bestaande routes te verbinden en missing links aan te pakken, creëren we een netwerk dat zowel inwoners als toeristen bedient.
Bij wandelroutes zou ik inzetten op thematische routes die het cultureel en natuurlijk erfgoed ontsluiten. Ik zou lokale ondernemers betrekken bij het ontwikkelen van rustpunten en kleinschalige horeca langs deze routes.
Voor de uitvoering zie ik kansen in publiek-private samenwerking, waarbij lokale ondernemers, natuurorganisaties en de overheid samen optrekken. Ik zou zorgen voor een heldere communicatie over de meerwaarde: gezondheid, minder CO2-uitstoot en economische impuls voor lokale ondernemers.
De opvallende structuren in het landschap zouden als landmark kunnen fungeren - denk aan uitkijktorens van duurzame materialen of kunstwerken die tevens dienen als rustpunt. Deze creëren identiteit en vormen bestemmingen op zich.
Ik zou werken met pilotprojecten die zichtbaar resultaat opleveren, zodat er draagvlak ontstaat voor verdere uitbreiding. Door meetbare doelen te stellen rond bezoekersaantallen en economische impact, maken we de voortgang inzichtelijk zonder de duurzaamheidsprincipes uit het oog te verliezen.
Heb jij je ooit afgevraagd waarom Friesland twee keer zoveel toeristen trekt als Groningen?
De eerste gedachte is waarschijnlijk watersport. Als je in de zomer op het Sneekermeer bent, zie je overal boten. Niet alleen daar, maar in de hele provincie bruist het van de watersporters. Elk dorp en elke stad profiteert mee: terrassen en restaurants zitten vol, en de lokale middenstand floreert.
Maar waarom lukt dit Groningen niet? Hoeveel meren heeft Groningen eigenlijk? Als je de cijfers bekijkt, zie je dat Groningen – naast Friesland – de meeste watersportpotentie van Nederland heeft. Toch doen we er veel te weinig mee.
Wat gaat er mis?
Het probleem ligt grotendeels bij de infrastructuur. De verbindingen tussen de meren zijn omslachtig: varen duurt te lang, en er zijn te veel lage bruggen en sluizen. De bediening daarvan laat te wensen over. Het zelfbedieningsconcept is in theorie goed, maar in de praktijk betekent het dat een schipper steeds van boord moet om een brug of sluis te openen. Dit zijn kleine frustraties die ervoor zorgen dat watersporters Groningen links laten liggen.
Een goed voorbeeld is het verschil tussen Friesland en Groningen. In Friesland kun je in minder dan een uur van het Sneekermeer naar de Fluessen varen. In Groningen duurt het – als je geluk hebt met de bedieningstijden – een halve dag om van het Zuidlaardermeer naar het Paterswoldsemeer te komen. Dat moet anders.
Groningen als tweede watersportprovincie van Nederland
De ambitie moet zijn dat Groningen, samen met Friesland, dé watersportregio van Nederland wordt. Wat is daarvoor nodig?
1. Betere verbindingen tussen de meren – Minder sluizen en obstakels, of snellere bedieningstijden.
2. Moderne brug- en sluisbediening – Meer zelfbediening op afstand of automatische bediening.
3. Sterkere marketing en branding – Friesland promoot zichzelf als watersportprovincie, Groningen zou hetzelfde moeten doen.
4. Investeren in watersportvoorzieningen – Meer havens, ligplaatsen en watersportcentra.
5. Evenementen organiseren – Friesland heeft Sneekweek en Skûtsjesilen; Groningen kan ook grootschalige watersportevenementen opzetten.
6. Samenwerking met ondernemers – Horeca, recreatie en watersportverhuur kunnen beter inspelen op toerisme.
Groningen heeft de mogelijkheden, maar benut ze nog niet. Hoog tijd om daar verandering in te brengen.
Ik heb me pas recent aangemeld als volger van Nij Begun.
Ik kan theoretisch de economische agenda wel volgen. Zelf werk ik in de gezondheidszorg, en kijk meer met sociale bril dan met economische bril.
Wat me opvalt gaat eerst over de vorm. Het is een lijvig document geworden, met veel bestuurstaal. Voor ‘Wilma uit Stadskanaal’ niet te begrijpen wat dit concreet zou kunnen betekenen. En misschien wordt er gedoeld op meer academische lezers, maar dan mis je een stuk van je doelgroep.
Hieraan verbonden is mijn volgende punt; Nij Begun is wel op Instagram aanwezig (bijvoorbeeld) maar er zijn geen berichten gepost. Als dat voor andere sociale kanalen ook geldt, dan mis je een andere doelgroep, namelijk de jeugd. Zeker in een tijd waarin leesvaardigheden achteruit gaan (trouwens nog mooi punt voor de sociale agenda!), moet je meer kennis overdragen in beelden. Doelgroep daarmee betrekken.
Mijn advies zou zijn om actief bij mbo/hbo/wo feedback op te halen en jeugd te betrekken. Mocht dit ergens al in de agenda staan maar ik niet tot zo ver gevorderd zijn met lezen-> goed idee!
Verder kan ik me wel vinden in de suggesties die hieronder al geplaatst zijn.
Ik zit met verbazing te lezen naar hoe jullie het geld voor gezondheid willen gaan inzetten. Het lijkt vooral te gaan naar kennisinstellingen/data verzameling/bedrijven die zich bezig houden met digitalisering/internationale positionering. Vervolgens hopen jullie dat we daarmee de gezondheid in de regio stimuleren. Hoe dan? Er zouden dan spin-offs ontstaan die gaan over preventie en leefstijl. Deze aanpak betekent top down, vanuit wetenschap en managers proberen gezondheid te creëren. Iets waarvan we inmiddels weten dat het niet werkt. Wat er nodig is, is lokale initiatieven stimuleren, waarvan practice-based is aangetoond dat ze werken, die bottum-up zijn ontstaan, aansluiten bij wat er in de samenleving leeft aan buurtinitiatieven en dat opschalen. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit het eerste werkende initiatief vanuit het integrale zorg akkoord, Mooi Maasvallei, en de doelstellingen van het Ministerie van VWS (regionale parels zoeken, die zorg en welzijn stimuleren, bijv Grollo, Wedde, voedselbos Weeldenis).
Er moet meer rechtstreeks geïnvesteerd worden in gezondheid, preventie en leefstijl, in het dagelijks leven van de mensen. En dat je dat vervolgens monitort en wetenschappelijk onderzoekt prima, maar dat is de volgorde en niet andersom. Het is tijd voor actie, er is nu een gezondheidscrisis (die overigens samenhangt met de klimaat en landbouwcrisis waarbij ik domeinoverstijgende investeringen/samenwerkingen mis in dit plan van Nij Begun).
Prima idee van Roy, daarnaast stimuleren de waterverbindingen de verbindingswegen voor de natuur, vissen,otter, bever. Naast de vaar wegen kunnen dan ook fiets en wandel verbindingen worden gemaakt. Het geheel zal de toeristische industrie een boost geven want als provincie zijn we dan complementair aan onze buren Friesland (varen) en Drenthe (fietsen en wandelen) terwijl we ook een uniek landschap kunnen bieden. Kortom faciliteren van fietsen, wandelen en varen drievliegen in één klap, maar dit lukt alleen door de genoemde belemmeringen op te heffen. De ondernemers ruiken hun economische / mogelijkheden en de rest komt van zelf zoals terrasjes, wandel en fietstochten. Borgen, musea en leuke dorpen hebben we al maar mooie toeristische verbindingen nog niet, en iedereen heeft een aantrekkingskracht op water. En wie weet ooit ook nog mooie schaatstochten .
Jammer dat er geen eregeld beschikbaar komt voor infrastructuur, zoals verbreding N366 en Nedersaksenlijn. Verder is de ereschuld voor mensen buiten het aardbevingsgebied nog niet afgelost. Fijn zou zijn als er in de Oost-Groningen een HBO of WO zou worden gevestigd, bijvoorbeeld richting Techniek of Toerisme. Hopelijk houden de millieuregeltjes de plannen nu niet meer tegen.
Niet alles hier proberen te ontwikkelen in isolatie. Juiste nieuwe inzichten, mensen, bedrijven, van buiten omarmen. Ontwikkel open ecosystemen (niet alleen op papier, maar ook in de praktijk).
Ik mis een belangrijke rol van de landelijke overheid in deze agenda. Ik zie graag langdurige samenwerking met ministeries om de regio op het netvlies te houden en (een deel van) de kansen die landelijk opduikt in Groningen/Drenthe te laten floreren.
Als ik nadenk over de uitvoering van de Economische Agenda van Groningen, zou ik prioriteit geven aan het uitbreiden van fietspaden, wandelroutes en eco-recreatie. Dit versterkt niet alleen de duurzame infrastructuur, maar positioneert Groningen ook als vooruitstrevende, groene regio.
Ik vind het belangrijk dat we investeren in een samenhangend netwerk van fietspaden dat woon-werkverkeer faciliteert én recreatieve routes verbindt. Door bestaande routes te verbinden en missing links aan te pakken, creëren we een netwerk dat zowel inwoners als toeristen bedient.
Bij wandelroutes zou ik inzetten op thematische routes die het cultureel en natuurlijk erfgoed ontsluiten. Ik zou lokale ondernemers betrekken bij het ontwikkelen van rustpunten en kleinschalige horeca langs deze routes.
Voor de uitvoering zie ik kansen in publiek-private samenwerking, waarbij lokale ondernemers, natuurorganisaties en de overheid samen optrekken. Ik zou zorgen voor een heldere communicatie over de meerwaarde: gezondheid, minder CO2-uitstoot en economische impuls voor lokale ondernemers.
De opvallende structuren in het landschap zouden als landmark kunnen fungeren - denk aan uitkijktorens van duurzame materialen of kunstwerken die tevens dienen als rustpunt. Deze creëren identiteit en vormen bestemmingen op zich.
Ik zou werken met pilotprojecten die zichtbaar resultaat opleveren, zodat er draagvlak ontstaat voor verdere uitbreiding. Door meetbare doelen te stellen rond bezoekersaantallen en economische impact, maken we de voortgang inzichtelijk zonder de duurzaamheidsprincipes uit het oog te verliezen.
Vrijetijdseconomie voor de toekomst, dus investeren in de recreatieve sector. Zorg dat wij de mensen van elders wat te bieden hebben.